… / Nederland / Nederlandse pers / 1915–1918 / Aan den Euphraat
Algemeen Handelsblad, 11 november 1918
Bron: Delpher
Aan den Euphraat
(Van onzen medewerker te Lausanne.)
Jaren geleden verscheen er in Amerika
een boek, "By Far Euphrates" getiteld, of,
in Nederlandsche vertaling, "Aan den
Euphraat". Velen zullen het zich nog wel
herinneren, want indertijd was het zeer
populair. Naar den trant van "Uncle Tom's
Cabin" ("De Negerhut") gaf het in romanvorm,
doch gebaseerd op ooggetuigenis,
eene realistische beschrijving der gruwelen
onder het bewind van den "Rooden Sultan"
in Armenië gepleegd.
Evenals "De Negerhut", maakte ook
"Aan den Euphraat" dadelijk grooten indruk.
Doch in tegensteling met eerstgenoemd
werk is het laatste tot nog toe vrijwel
zonder effect gebleven. De oorzaak hiervan
ligt voor de hand. Terwijl toch de Zuidelijke
slavenhouders zoowel geographisch
als politiek binnen het onmiddellijk bereik
der Washingtonsche regeering en dus
dadelijk een begin kon worden en moest
worden gemaakt met hen tot rede te brengen,
ligt Armenië, gelijk de titel van bovengenoemd
boek zoo terecht zegt, "by far
Euphrates", en lag het bovendien alles behalve
binnen het politiek bereik der Amerikaansche
regeering.
De ernstigste hindernis was in dit geval
niet het feit dat Armenië onder Stamboel
ressorteert. Want Stamboel zou op zich zelf
voor pressie wel bezweken zijn. De ergste
hindernis echter was het imperialisme van
het keizerlijke Rusland. Was Amerika ver
in de verte, Rusland was dicht in de nabijheid.
Rusland waakte met jaloerschen blik,
dat niet eene andere mogendheid zich inliet
met de interne zaken van Turkije, niet
het minst van Aziatisch Turkije. Rusland
liet met welgevallen de interne ontbinding
van Turkije zich ontwikkelen. Rusland, het
realistisch-imperealistische, bekreunde er
zich weinig om, of bij dit proces eenige millioenen
Armenische Christenen om het leven
kwamen. En Amerika was te Amerikaansch,
te Nieuw-Wereldsch om het te willen laten
komen tot een open conflict met eene
Oud-Wereldsche groote mogendheid als Rusland.
Toch liet de Amerikaansche natie niet af
zich ten ijverigste voor de Armeniërs te interesseeren,
zij het dan op quasi onpolitieke, zuivere sociale wijze.
Groote sommen gelds werden jaarlijks aan Armenië besteed.
Amerikaansche scholen werden er
geopend, ook voor middelbaar onderwijs,
benevens hospitalen en weeshuizen – helaas,
maar al te noodig na ieder bloedbad.
Zoo ging alles kalm zijn gang, kalm...,
tot op eens de wereldoorlog uitbrak, waarbij
alras ook Turkije betrokken geraakte. Toen
moesten Rusland, Frankrijk en Engeland
betreffende Klein-Azië tot overeenstemming komen,
en kwamen hiertoe ook... min of meer
(let wel!) mondeling; Een schriftelijk
verdrag werd eerst in 1916 opgesteld ter gelegenheid van de samenkomst in
spoorwegwagons te St. Jean de Maurienne,
hier aan den overkant van ons meer
in de Savooische Alpen.
Destijds kon ik reeds eenige vage mededeelingen doen
over deze samenkomst en dit verdrag,
noodzakelijk geworden door het
mededoen van den wereldoorlog door
Italië, dat ook eene Levant politiek wenscht
te voeren. Thans echter weten wij meer precies
den inhoud ervan, welke 27 September j.l.
gepubliceerd werd door den "Temps"
op grond van mededeelingen vervat in het
"Bulletin de la Société de l'Asie française".
Zoo blijkt dan nu, dat voor Turkije destijds
slechts de Anatolische hoogvlakte gereserveerd
bleef, behalve dan nog de Zuidkust
vanaf tegen Rhodos tot aan Kaap Anamoer en,
het land in, tot eenerzijds Boerdoer
en Egherdier en anderzijds den Cilicischen
Tauras, welk gebied voor Italië
bestemd bleef, en behalve de Westkust ten
Noorden én ten Zuiden van Smyrna, welk
gebied eventueel Grieksch zou kunnen worden,
aangezien de bevolking er zuiver Grieksch is.
Deze geographische bijzonderheden schijnen
misschien eenigszins vervelend, doch
met het oog op wat weldra te komen staat,
geloof ik, dat men verstandig zal doen zich
er goed rekenschap van te geven.
Nog belangrijker zelfs zijn de volgende.
De oostgrens van Anatolië zou gevormd
worden door eene lijn, loopende van Kaap
Anamoer langs den Cilicischen Taurus via
Kaizarjee (het oude Caesarea) en Amazia
naar den mond van den Kieziel Irmak.
Oostelijk hiervan ligt dan Armenië, dat ten
zuiden begrensd wordt door eene lijn, loopende
van Iskenderoen (Alexandrette), via
Oerfa, Mardien, Oermieja, Ardeebiel, naar
de kust der Kaspische Zee. Syrië en Mesopotamië
zouden verdeeld worden tusschen
Frankrijk en Engeland, in dier voege, dat
Engeland Palestina zou krijgen tot de lijn
Akka (St. Jean d'Acre)–Damascus en
Mesopotamië tot eene gebogen lijn Damascus–Mozoel,
terwijl alles ten noorden hiervan Fransch zou worden.
De grootste moeite kostte het evenwel
tot overeenstemming te geraken betreffende
Armenië. Op aandringen van het keizerlijke
Rusland zou Armenië namelijk verdeeld
worden. Kaukasisch Armenië, dat vóór den
oorlog Russisch was, zou natuurlijk Russisch
blijven. Het ten westen en zuiden
daarvan gelegen gedeelte, begrensd door de
lijn Kaspische Zeekust, Ardeebiel, Oermieja,
Seert, Diaboekr, Charpoet, Kara Hissar,
Kireezoen aan de Zwarte Zee zou voorts
Russische protectoraat worden, terwijl ten
slotte het overige Armenië Fransch protectoraat
zou zijn. De haven van Alexandretta
werd dan als uitgangspunt van den
Baghdad-spoorweg op dezelfde wijze als Tandzjeer
in Marokko geïnternationaliseerd op
speciaal verlangen van Engeland.
Ik zeide zoo even, dat dit geheime verdrag
van St. Jean de Maurienne min of
meer overeenstemming had gebracht, want
het belangrijkste gedeelte van Noord-Armenië,
de Zwarte Zeekust, bleef een punt
van geschil. Rusland toch was vast besloten
dit gebied, het Turksche vilajet Tarabizoen
(Trebizond), ten zuidelijken weg naar Konstantinopel,
voor zichzelf te annexeeren en vaardigde in
dien zin al dadelijk een oekaz uit.
Doch zijne lieve bondgenooten
waren even vast besloten deze annexatie
niet toe te staan. Ware het imperialistische
Rusland niet, letterlijk geproken, in rook
opgegaan, dan had deze verdeelingsquaestie
nog last genoeg kunnen geven.
Trouwens, heel deze Stille Piet Hein uit
de Savooische Alpen is een liedeke vol onderaardsche
mollen en bovenaardsche kruisen.
Waarom, denkt men, heeft de "Temps"
plotseling dit strikt geheim gehouden verdrag
gepubliceerd? Omdat men in Fransche
regeeringskringen angstig werd, of Engeland
na Allenby's groote overwinning in
Galilea zich wel zou houden aan een staatsstuk,
dat door het wegvallen van één der
onderteekenaars misschien krachteloos zou
kunnen worden geacht. De Fransche regeering
wilde zich derhalve vooraf verzekeren
van den ruggesteun der Fransche publieke
opinie, en kon dit te gereeder doen, daar
zij ten gevolge der victoriestemming het
pacifisme en ultra-anti-annexionisme van
zekere socialistische kringen niet meer vreest
en dus geene overwegende redenen heeft om
verder geheimzinnig te doen. Overigens was
er reeds verleden winter tusschen Frankrijk
en Engeland zekere oneenigheid over de
verdeeling van Syrië en Mesopotamië onder
de gewijzigde omstandigheden. Dit is de
oorzaak, waarom men bij El Ariesj vijf
lange maanden wachtte, voordat tot den
Palestijnschen veldtocht werd overgegaan,
een dralen, dat ten onrechte is toegeschreven
aan den krachtigen tegenstand der Turken...
Engeland heeft thans echter zijn bondgenoot
doen weten, dat niettegenstaande de
gewijzigde omstandigheden het zich stipt
aan het tractaat zal houden, en zoodoende
kan dan nu de aanval onder Allenby's opperbevel
voortgaan ook in den Libanon.
Anders, geheel anders staat het met de
gewijzigde omstandigheden ten opzichte van
Armenië. Want men begrijpt van zelf, dat
door het wegvallen van Rusland ook de
quaestie van een Russisch protectoraat, over
de Oost-Armenische vilajets zonder
beteekenis is geworden. Zelfs heeft Kaukasisch
Armenië automatisch opgehouden Russisch te zijn.
De Armeniërs nu staan op het punt van
deze voorvallen en van den Turkschen débacle
gebruik te maken voor zoowel het Russisch
gebied als het toekomstige Russische
protectoraat in eigen beheer te nemen. En
daarbij blijft het niet. In het feit, dat het
imperialistische Rusland, de verdeeler van
Armenië, tijdelijk althans opgehouden heeft
mede te tellen, vinden de Armeniërs aanleiding
om bij Frankrijk er op aan te dringen,
dat ook dit land verder af zal zien van
zijn voorgenomen protectoraat over de
West-Armenische vilajets.
Op deze wijze zou dan een Groot-Armenië
kunnen ontstaan van den Kaukasus tot den
Taurus, en van de Zwarte Zee tot de Kaspische
en de Middellandsche, een Groot-Armenië, dat
a. in religieus-nationalen zin één is,
b. volkomen onafhankelijk is,
c. in open verbinding staat met de wereldzee.
Alexandrette zou alsdan in plaats van
een geïnternationaliseerde haven moeten
worden eene Armenische vrijhaven.
In het bronnenland "by far Euphrates"
zou derhalve een nieuwe, krachtige, vooruitstrevende
staat ontstaan, die oost en west
verbinden kon, gelijk de Zionistische staat
in het zuiden dit kan doen. Wel is door de
jongste Turksche gruwelen de Armenische
natie vreeselijk gedecimeerd en tot veel minder
krachtsontwikkeling in staat dan vier
jaar geleden, doch zij is vruchtbaar en zal
zich betrekkelijk spoedig herstellen. "Bij
ons schaamt eene vrouw zich, wanneer zij
niet meer dan zeven kinderen heeft", zeide
onlangs tot mij een Armenisch medicus,
zelf één van dertien broeders!
Zal het Amerikaansche volk zijn doel
bereiken? Waarschijnlijk wel. Men bedenke,
dat Rusland, naast en achter Turkije, den
grooten vijand en belager, dat Rusland, vroeger
zoo dichtbij, thans in de verte is geraakt,
terwijl tezelfder tijd toevalligerwijze
Amerika, de groote vriend en steun, Amerika,
dat vroeger zoo veraf lag, thans in de
nabijheid is gekomen. Armenië rekent op
Amerika, wanneer het poogt zich voor
Fransch protectoraat te vrijwaren.
De Amerikaansche regeering heeft inderdaad
aan de delegatie der Armenische natie
haren steun beloofd. Trouwens ook de
Engelsche regeering beloofde alles te zullen
doen, wat zij kan om de drie bovengenoemde
Armenische desiderata te verwerkelijken.
En, last not least, vindt het Armenische
volk steun bij het groothartige Frankrijk
zelf. Weliswaar bestaat er daar te lande
een kleine groep van nationalistische chauvinisten,
welke tot den laatsten druppel de
voordeelen van het geheime tractaat van
St. Jean de Maurienne wil uitmelken. Maar
wat zal deze groep beginnen, nu zelfs een
nationalist als Clémenceau zich, beslist als
altijd, geplaatst heeft aan de zijde der Armenische
delegatie, waaronder hij goede
vrienden heeft, boven allen den leider, Nubar,
zoon van den bekenden Nubar pasja,
die in Egypte minister was?
De bedoeling der Armeniërs is, zoodra de
Engelschen en Franschen nog eenige vorderingen
gemaakt hebben in noordelijke richting,
tot algemeen gewapend verzet over te
gaan tegen de Turken in geheel Groot-Armenië,
zoodat zij de onafhankelijkheid
niet geheel aan het buitenland te danken
zullen hebben. Het sein tot dezen opstand
zal gegeven werden door de landing van
eenige Armenische divisies, thans op Cyprus
geconcentreerd en door Engeland gewapend
en geoefend. Bovendien heeft de Armenische
delegatie zoo juist een bevel uitgevaardigd,
waarbij iedere weerbare Armeniër,
waar hij zich ook bevinde, wordt gemobiliseerd.
Groote dingen zijn op til "aan den
Eufraat", groote dingen nu en nog grootere
dingen in de toekomst.
Nederlandse pers
• 18 7 8–1893 ›››
• 1894–1898 ›››
• 1899–1904 ›››
• 1 905–1909 ›››
• 1 9 1 0–1 9 1 4 ›››
• 1 9 1 5–1 9 1 8 ›››
• 1 9 1 9–1 9 2 3 ›››
• 1 924–1 940 ›››
