… / Nederland / Nederlandse pers / 1919–1923 / Een Armeensch protest
Algemeen Handelsblad, 4 december 1919
Bron: Delpher
Een Armeensch protest
De Armeensche delegatie te Parijs heeft
een protest gericht tot de vredesconferentie,
naar aanleiding van de gedachtenwisseling,
die tusschen vertegenwoordigers der Fransche
en Britsche regeeringen te Londen is
gehouden en waarin ten opzichte van de
Turksche quaestie is bepaald dat de politiek
der geallieerden zal bestaan in de bevrijding
der niet-Turksche gebieden van de Turksche
overheersching, en in de bescherming van
de nationaliteiten, die, gelijk de Armeniërs,
over verschillende Turksche vilayets zijn verdeeld,
zonder dat men feitelijk van een Armeensch
land kan spreken.
De delegatie weigert te gelooven, dat deze
regelen de gedachte der geallieerde regeering zou
weergeven. De hoofden dezer regeeringen
hebben tijdens den oorlog herhaaldelijk
verklaard, dat een van de doeleinden van
den strijd de bevrijding van Armenië van
het Turksche juk was. De provincies van
Turksch Armenië, welke thans dun met
Armeniërs zijn bevolkt, ten gevolge van de
afschuwelijke misdaden, door de Turken begaan,
verliezen door dit feit niets van hun
volstrekt Armeensch karakter.
Den dag, waarop de geallieerden een onafhankelijken
Armeenschen staat zullen vormen
onder de bescherming van den volkenbond,
zullen deze verlaten en verwoeste gebieden
spoedig wederom bevolkt zijn.
Het schijnt ons onmogelijk, zegt de delegatie,
dat de geallieerden, ten einde de ontzaglijke
verliezen, die de Armeniërs hebben
geleden te herstellen, en ten einde de diensten,
welke zij aan de zaak der Entente hebben
bewezen, te beloonen, hen in dezelfde
slechte omstandigheden zouden laten leven
als vóór den oorlog. Ondanks de controle
der geallieerden zou een Turksche overheersching
voor de overlevenden van den Armeenschen
rampspoed ondragelijk zijn. De
delegatie hoopt, dat de geallieerden
deze onrechtvaardigheid
niet zullen begaan. Het
zou onbegrijpelijk zijn, indien Arabië,
Mesopotamië, Syrië, door een groot aantal
Muselmannen bevolkt, van de Turksche
overheersching bevrijd zouden worden, en
dit met het Christelijk Armenië niet het geval
zou zijn.
Aan het slot der mededeeling wordt de
hoop uitgesproken, dat de geallieerden hun
beloften zullen nakomen.
Nederlandse pers
• 18 7 8–1893 ›››
• 1894–1898 ›››
• 1899–1904 ›››
• 1 905–1909 ›››
• 1 9 1 0–1 9 1 4 ›››
• 1 9 1 5–1 9 1 8 ›››
• 1 9 1 9–1 9 2 3 ›››
• 1 924–1 940 ›››