… / Nederland / Nederlandse pers / 1919–1923 / Buitenlandsch Overzicht
Leeuwarder Courant, 12 maart 1920
Bron: Digitaal Archief Noord-Nederland
Buitenlandsch Overzicht
Het Engelsche Hoogerhuis heeft zich gisteren
met de Turksche kwestie beziggehouden. Er zijn
verschillende zijden aan deze kwestie en de zijde,
waaraan het Hoogerhuis zijn aandacht wijdde,
was die van de Armeensche gruwelen.
Burggraaf Bryce, oud-minister en oud-gezant
te Washington, diende bij het Huis een motie in
om onmiddellijk stappen te nemen ter waarborging
van de veiligheid van de christelijke bewoners
van Cicilië en Armenië en ter beëindiging
van het Turksche bewind in deze streken.
Minister Curzon antwoordde namens de regeering.
Wat Cicilië betreft, zei hij, koesteren wij
geenerlei verlangen om daar na afloop van den
wapenstilstand voorgoed te blijven. Het ligt
buiten de sfeer van het maximum aan verantwoordelijkheid,
dat wij ooit gemeend hebben op
ons te mogen nemen. Algemeen wordt aangenomen,
dat de Franschen genegen zijn de
verantwoordelijkheid voor hun eigen rekening te
nemen. De ontwapening der Turken in die
streek is een taak, die verre buiten onze bevoegdheid ligt.
De toekomst van Armenië, ging lord Curzon
voort, is een der moeilijkste vraagstukken welke
wij thans trachten op te lossen. Sommigen zijn
voorstander van een zoogenaamd Groot-Armenië,
terwijl anderen de stichting van een Klein-Armenië
voorstaan. De vraag, welke het voornaamste
is, is welke dezer oplossingen het meeste
fans zou hebben om van blijvenden aard te
zijn. Curzon meent, dat het wenschelijk zou zijn
om het nieuwe Armenië onder de bescherming
te plaatsen van den Volkenbond, daar Armenië
van internationale beteekenis is en het niet ten
laste moet komen van een staat op zichzelf.
Curzon voegde er aan toe, dat men hier te doen
had met een flagrante breuk van den wapenstilstand
door de Turksche regeering en de Turksche
strijdkrachten. Al deze gebeurtenissen zijn
het gevolg van de herleving van het nationaal
gevoel der Jong-Turken. Hij twijfelde er niet aan,
of hij zou binnenkort in staat zijn een volledige
verklaring af te leggen over de resultaten van de
maatregelen welke de regeering thans nastreeft.
De moeilijkheden zijn het gevolg hiervan, dat
het vredesverdrag met Turkije, indien dat mogelijk
ware geweest, al een jaar eerder had moeten
zijn vastgesteld. Hij hoopte dat het verdrag aan
het eind van deze maand opgesteld zou zijn.
Na eenige discussie trok lord Bryce de door
hem ingediende motie over deze kwestie in.
Woensdag heeft de Opperste Raad een anderen
kant van de kwestie behandeld. Winston
Churchill en Walter Long, de Engelsche ministers
van oorlog en marine, lord Beatty en generaal
Thwaites, het hoofd van den inlichtingendienst
van oorlog, hebben de bijeenkomst bijgewoond.
Uit het feit, dat Venizelos eveneens tegenwoordig
was, maakt men op, dat de Grieksche belangen
eveneens ter sprake zijn gebracht. Als onderwerp
was aangekondigd: de maatregelen,
welke genomen zijn voor de bescherming der
Armeniërs en andere minderheden in Turkije.
Volgens de bladen is men echter verder gegaan
dan men oorspronkelijk van plan was. De "Daily
Chronicle", het blad van Lloyd George, zegt: De
disciplinaire bezetting van Konstantinopel –
Zooals men ze zou kunnen noemen ter onderscheiding
van de gewone bezetting, welke uit
het sluiten van den wapenstilstand voortvloeide
– is thans voor goed door de geallieerden gelast
en zal onmiddellijk plaats vinden. Voor het
oogenblik zal zij bestaan uit de bezetting van strategische
punten der stad door de geallieerde troepen
aan beide zijden van den Gouden Hoorn.
Hiervoor zijn voldoende troepen ter plaatse aanwezig,
terwijl er gemakkelijk in enkele dagen
tijds meer kunnen worden aangevoerd. Verdere
maatregelen zullen er van afhangen of deze ongewone
demonstratie voldoende zal zijn om de
Turksche regeering en het Turksche volk ervan
te overtuigen, dat de geallieerden vast besloten
zijn er voor te zorgen, dat er een eind komt aan
de wanordelijkheden in de provincie en dat de
voorwaarden van het vredesverdrag nauwgezet
zullen worden uitgevoerd.
Volgens de "Times" hebben de besluiten zich
niet alleen bepaald tot de kwestie van Konstantinopel.
Zij bevatten tevens de militaire maatregelen,
welke noodig zijn voor de bescherming
der Armeniërs en om een eind te maken aan de
samenwerking van de Turksche nationalistische
strijdkrachten onder Moestafa Kemal en zekere
Arabieren in Syrië. In officieele kringen meent
men, dat de geallieerden met de troepen, welke
men verwacht dat de Grieksche regeering beschikbaar
zal stellen, over genoeg strijdkrachten beschikken
om alle mogelijkheden, welke zich in
de naaste toekomst zouden kunnen voordoen, het
hoofd te bieden.
De "Daily Telegraph" zegt: De opperste raad
beschikte over de rapporten van de hooge commissarissen
der geallieerden te Konstantinopel en
een reeks gemeenschappelijke voorstellen van
de commissarissen, welke van krachtigen en
vertrekkenden aard waren. In overeenstemming
met deze voorstellen heeft de opperste raad aan
leger en vloot last gegeven een aantal strategische
punten te bezetten, zoowel in Aziatisch als
in Europeesch Turkije.
Vervolgens hebben de deskundigen der verschillende
mogendheden den toestand in het binnenland
van Klein-Azië besproken. Ook werd
het oordeel van Venizelos dienaangaande gehoord
en kennis genomen van zijn aanbod, dat
het Grieksche leger met de geallieerden zal
samenwerken. Dit telt al 90,000 man te Smyrna
en in den omtrek. De deskundigen van een der
mogendheden betoogden de noodzakelijkheid om
zonder verder uitstel een eind te maken aan
Moestafa Kemal en zijn zoogenaamd leger, maar
de studie van dit vraagstuk is uitgesteld totdat
zal gebleken zijn welke uitwerking de thans genomen
voorloopige maatregelen op de Jong-Turksche
nationalisten zullen hebben.
Inmiddels gaat men zich in Amerika ook met
het deel der Turksche kwestie bemoeien, dat
Armenië aangaat. Zoo heeft Harold Buxton, die
dezer dagen uit Amerika in Engeland is teruggekeerd,
in een rede te Londen gezegd dat president
Wilson hem de overtuiging had geschonken
dat de Vereenigde Staten op zijn minst eenige
verantwoordelijkheid voor Armenië, zoo niet voor
geheel Klein-Azië, op zich zouden willen nemen.
Nadat hij hulde had gebracht aan wat Amerika
gedaan heeft voor de oorlogsslachtoffers in geheel
Europa en het naburige Oosten, zei Buxton:
Het bedroeft mij te vernemen, dat sommige Amerikanen
thans zeggen, dat Engeland en Frankrijk
er op uit zijn zich van streken van Klein-Azië
meester te maken. Ik geloof, dat dit volstrekt
onjuist is. Het is mij van zeer bevoegde zijde
bekend, dat als Amerika de zaak nogmaals in
overweging wilde nemen en onder zekere voorwaarden
het mandaat zou willen aanvaarden voor
een deel of voor geheel Klein-Azië, zoowel de
Britsche als de Fransche regering dit met vreugde
zouden verwelkomen.
Nederlandse pers
• 18 7 8–1893 ›››
• 1894–1898 ›››
• 1899–1904 ›››
• 1 905–1909 ›››
• 1 9 1 0–1 9 1 4 ›››
• 1 9 1 5–1 9 1 8 ›››
• 1 9 1 9–1 9 2 3 ›››
• 1 924–1 940 ›››